Nage-no-kata

Nage-no-kata is het eerste kata wat is ontwikkeld door Jigoro Kano in de Kodokan. Samen met Katame-no-kata wordt Nage-no-kata gezien als een randori kata. Het kata bestaat uit 5 series met elk een andere werpvorm. Er is Te-waza (armtechnieken), Koshi-waza (heuptechnieken), Ashi-waza (beentechnieken), Ma-sutemi-waza (offer technieken over de rug) en Yoko-sutemi-waza (offer technieken over de zij). Deze werpvormen bestaan elk uit 3 technieken. Waarbij de etiquette van belang is.

Alle worpen worden links en rechts gedemonstreerd, waarbij er onderscheid is in de aanval vanuit uke. Uke kan vastpakken of aan willen vallen doormiddel van een slag.

Te-waza – armtechnieken

  • Uki-otoshi
  • Seoi-nage
  • Kata-guruma

Koshi-waza – heuptechnieken

  • Uki-goshi
  • Harai-goshi
  • Tsurikomi-goshi

Ashi-waza – Beentechnieken

  • Okuri-ashi-harai
  • Sasae-tsurikomi-ashi
  • Uchi-mata

Ma-sutemi-waza – Offer worpen over de rug

  • Yoko-gake
  • Ura-nage
  • Sumi-gaeshi

Yoko-sutemi-waza – offer worpen over de zij

  • Yoko-gake
  • Yoko-guruma
  • Uki-waza

Groet ceremonie 挨拶

De judoka die de technieken uitvoert is tori – 取 り, de judoka die deze ontvangt is uke – 受 け.  In Japan zijn de judomatten 90 cm bij 1,80 cm in Europa zijn de matten 1 meter bij 1 meter, gemakshalve zal ik deze maat aanhouden. De totale gevechtsruimte afmeting is normaal 8 bij 8 meter (bij EK, WK en Olympisch is het zelfs 10 bij 10 meter).

Beide judoka’s staan tegenover elkaar buiten de gevechtsruimte, tatami (8 matten afstand). Tori heeft de examinator of de beoordelaar (de shomen – 正面) aan de linkerkant. Beide judoka’s maken een staande buiging voor de mat (ritsu rei – 立 礼) door de voeten in een V vorm te zetten (hakken aan elkaar), de handen glijden naar beneden en raken de bovenkant van de knie aan. De rug moet recht blijven waardoor de judoka’s ongeveer twee meter schuin vooruit kijkt, daarna stappen ze de judomat op. Bij 6 matten afstand draaien beide judoka een kwartslag en maken een staande buiging (ritsu rei – 立 礼) naar de shomen. De judoka’s draaien hun gezichten naar elkaar toe en gaan op twee knieën zitten en maken een groet naar elkaar (za rei – 座 礼). Ze staan op maken een grote stap voorwaarts te beginnen met de linkervoet (defensief) en staan in natuurlijke houding (Shizenhontai 自然本体) op hun basis positie, met ongeveer 4 matten afstand.

Tori loopt naar uke beginnend met zijn linkervoet (ayumi ashi 歩 み 足), dit omdat tori een defensieve houding aanneemt. Bij uke aangekomen begint uke met de aanval (vastpakken) en loopt naar voren beginnend met zijn rechtervoet (tsugi ashi 次 足). Tori neemt de aanval over en werpt uke. Dezelfde techniek wordt daarna links uitgevoerd. In alle worpen komen drie aspecten terug, namelijk de balansverstoring (kuzushi 崩し), uke in de werppositie zetten (tsukuri 造り) en het werpen van de worp (kake かけ).

Uke verandert zijn aanvallen op basis van de eerdere aanpassingen die tori heeft gedaan.

Te-waza 手技, arm worpen

Uki-otoshi 浮落

Uke begint en heeft nog geen ervaring met tori. De aanval begint door, met een rechtse pakking, de judo-gi van tori vast te pakken en tori naar achteren te duwen. Tori reageert door een stap achteruit te doen en demonstreert hiermee het principe van meegeven. In de tweede stap neemt tori, uke mee en bij de laatste derde stap wordt uke geworpen. Uki-otoshi is als eerste techniek gekozen in het Nage-no-Kata omdat het de schoonheid en dynamische precisie van de krachten demonstreert. Als een drijvende druppel vliegt uke met een lange boog door de lucht alvorens deze vol op de rug neerkomt op de tatami. Dezelfde techniek Uki- otoshi wordt ook links uitgevoerd.

Seoi nage 背負投

Nadat uke opstaat zal deze gelijk overgaan naar een aanval nu met een slag naar het hoofd van tori. Tori zal echter zal niet wegstappen, maar stapt naar voren, blokkeert, draait en laat zijn lichaam zakken om zo effectief gebruik te maken van de slaande kracht die uke uitoefent. Door juist mee te gaan in deze kracht van uke wordt uke geworpen. Deze techniek Seoi-nage is een verwijzing naar Jiu-jitsu worp waarbij de arm van uke wordt gebroken op de schouder van tori. Mede hierdoor moet de worp gemaakt wordt op de schouder van tori. Hierna wordt de worp links uitgevoerd.

Kata guruma 肩車

Bij de derde techniek maakt uke een zelfde aanval aan de judo-gi zoals bij eerste techniek. In de tweede stap pakt tori in de elleboog van uke. In de derde stap houd uke zich recht om niet naar beneden te worden getrokken zoals bij Uki-otoshi. Om deze actie tegen te gaan maakt tori een grote stap naar achteren en trekt uke boven op zijn schouders. Tori strekt uit laat zien dat deze in balans staat en werpt uke vervolgens schuin naar voren. Deze worp Kata-guruma gaat via het principe als een rad van een wiel (guruma). Deze techniek wordt daarna links uitgevoerd.

Koshi-waza 腰技, heup worpen

Uki goshi 浮腰

Uke en tori lopen naar elkaar toe en uke zal gelijk een slag aanval maken richting het hoofd van tori. Uke houdt zijn hand voor zich om eerder gekregen Seoi-nage te blokkeren. Tori compenseert door aan de ander kant in te draaien onder de slag van uke (Tori maakt een linkse worp). Daarna grijpt hij de uitgestrekte arm van uke en brengt zijn heup in. Door met de hand op de rug en te draaien met zijn heup kan hij uke werpen met Uki-goshi. Dit was de favoriete techniek van Jigoro Kano. Daarna wordt de techniek andersom uitgevoerd.

Harai goshi 払腰

Tori loopt naar uke (ayumi-ashi), uke reageert met een aanval door tori’s judo-gi vast te pakken en tori naar achteren te duwen. Tori gaat mee en neemt de aanval over. Hij legt zijn rechterhand op de rug van uke met de vingers omhoog. Bij de derde stap zet tori uke naar voren uit balans, maar uke geeft lichtverzet. Tori draait, kan zijn been op zwaaien hierdoor zal het verzet van uke alsnog worden gebroken en kan tori de Harai-goshi maken. Daarna wordt de worp links uitgevoerd.

Tsurikomi goshi 釣込腰

De derde techniek van de heupworpen is de enige techniek waarbij tori gelijk in de nek van uke pakt, deze verstijft door zijn ervaring van de vorige techniek nog dramatischer om de worp te willen voorkomen. In de derde pas komt tori plotseling verlaagt naar voren en stapt in. Hierdoor komt tori onder het zwaartepunt van uke. Uke verstijft nog meer en zal als een “stijve hark” door tori worden geworpen met de Tsurikomi-gosh. Hierna voert tori dezelfde techniek links uit.

Ashi-waza 足技, been worpen

Okuri ashi harai 送足払

Beide judoka’s lopen naar elkaar toe (ayumi-ashi), naar het midden van de tatami. Uke pakt vast, maar tori neemt het initiatief en duwt uke opzij. Maakt een zijwaartse stap beweging. Uke houdt in en wil niet (na de eerste stap zit een korte stop) daarna dwingt tori nog meer en blijft uke duwen. Uke probeert een inhaalslag te maken om te voorkomen dat deze naar voren wordt geworpen. Daarna veegt tori beide benen/voeten weg en maakt de Okuri-ashi-harai. Hierna wordt de techniek links uitgevoerd.

Sasae tsurikomi ashi 支釣込足

Tori loopt naar uke, uke maakt de gebruikelijke aanval aan de judo-gi en een stap naar voren. Tori geeft mee en neem uke mee met tsugi-ashi (aanvallende pas). Bij de tweede pas verandert tori het voetenwerk door halverwege de stap opzij te stappen en te draaien. Tegelijk trekt tori uke nog steeds in een voorgaande beweging mee, maar blokkeert ondertussen laag het voorste been van uke. Uke valt door de kracht van tori in een grote voorwaartse boog op de tatami met een Sasae -tsurikomi-ashi.

Uchi mata 内股

Tori en uke lopen beide naar het midden van de mat. Uke maakt de aanval door vast te pakken en een klein stapje naar voren te maken. Tori neemt de aanval over door uke te laten rond stappen. Uke wordt nu achter tori aangetrokken terwijl ze dichter bij elkaar komen komt er een punt (bij de derde stap) dat tori zijn been omhoog zwaait tegen het dijbeen van uke. Tori gaat met de beweging van uke mee (hij mag dus niet terug stappen) en werpt uke met een Uchi-mata.

Ma sutemi waza 真捨身技, offer worpen

Tomoe nage 巴投

Tori loopt naar uke (ayumi-ashi) en uke komt aarzelend een stukje naar voren. Uke valt aan en stapt naar voren. Tori laat toe, maar neemt dan gelijk de aanval over en duwt uke naar achteren. Tori stapt met zijn voorste voet als eerste. Na twee stappen geeft uke verzet en wil terug naar voren. Tori pakt beide revers vast en zet gelijk zijn voeten bij elkaar en zakt naar beneden. Door naar achteren te gaan hangen zijn been in de lies of buik van uke te plaatsen, verliest uke zijn balans. Uke moet nu een cirkelvormige rol maken over tori heen. Tori maakt de offerworp Tomoe-nage. Daarna wordt dezelfde techniek links uitgevoerd.

Ura Nage 裏投

Uke staat op van de vorige techniek, denkt gelijk aan aanvallen en probeert op het hoofd van tori te slaan met een neerwaartse slag. Tori stapt in (te beginnen met het been aan de buitenzijde) en zakt onder het zwaartepunt van de aanvaller, uke. Belangrijk tori blijft recht naar voren kijken. Eén hand zit op de band (vingers omhoog) en de andere zit op de rug van uke. Door mee te gaan in de slag beweging van uke valt tori op zijn rug met de heupen van de mat en maakt Ura-nage. Dezelfde techniek wordt hierna links uitgevoerd.

Sumi Gaeshi 隅返

Tori loopt naar uke en uke begint het initiatief door een gewijzigde houding aan te nemen. Ze pakken hierbij elkaar niet vast aan de judo-gi, maar zoals bij sumo om de elleboog en hand op de rug. Uke wil tori naar voren trekken om hem uit balans te krijgen, maar Tori neemt dit initiatief over en trekt uke in een boog naar voren. Uke verzet zich door omhoog te komen tori profiteert hiervan stapt in en laat zich naar achteren vallen. Gelijk brengt tori zijn andere voet tegen het dijbeen van uke. Door het vallende lichaam van tori valt uke in een boogcirkel over tori heen met een Sumi-Gaeshi. Hierna wordt de techniek links uitgevoerd.

Yoko sutemi waza 橫捨身技, offer worpen

Yoko Gake 横掛

Tori loopt naar uke (ayumi-ashi) en uke maakt weer een aanval naar voren. Tori gaat mee (tsugi-ashi) en in de tweede stap wordt uke lichtjes uit balans gebracht doordat zijn elleboog in de zij wordt geduwd. Uke probeert zijn evenwicht te herwinnen door naar voren te stappen. Bij de derde stap verandert tori zijn horizontale trekkracht in een naar binnen gedraaide trekkracht. Hierdoor verstijft uke en verliest zijn evenwicht en begint te vallen. Halverwege de val stapt tori met een voet achter de ander, snijdt beide voeten van uke onder het lichaam weg (ter hoogte van de enkels) en valt mee naar de mat met een Yoko-gake. In het judo is dit de meest harde val voor uke.

Yoko Guruma 横車

Uke probeert opnieuw aan te vallen met een neerwaartse slag naar het hoofd van tori. Tori probeert dezelfde techniek te maken als in de vierde serie (Ura-nage) door onder de arm van uke te duiken en in te stappen. Nu heeft uke tori door en stapt niet met beide voeten naar voren, maar houdt één been/voet achter en trekt zijn slaande arm terug. Tori gaat weer met de beweging van uke mee en schuift zijn been tussen de benen van tori en valt op zijn zij hiermee slingert hij uke over zich heen richting de hoek van de tatami met een Yoko-guruma. Daarna wordt de techniek links uitgevoerd.

Uki Waza 浮技

Bij de allerlaatste techniek van het Nage-no-Kata valt uke weer aan met de gewijzigde verdedigende sumo houding. Tori neemt ook deze houding ook aan en weerstaat de aanval door uke in een boog naar voren te trekken. Uke geeft verzet door omhoog te komen, maar tori neemt uke weer in een boog mee. Uke geeft nog meer verzet en tori werpt zijn been schuin naar achteren en valt op zijn zij. Uiteraard houdt tori, uke vast en door deze krachtexplosie zal uke over het been van tori worden geworpen in richting van een hoek. Tori maakt de Uki-waza. Daarna moet de techniek links uitgevoerd worden

Na het einde van de vijfde serie gaan tori en uke terug naar hun basispositie en maken hun judo-gi in orde. Bij het omkeren houden ze hun gezicht richting de shomen. Ze staan in natuurlijke houding (Shizenhontai). Beide judoka’s maken een grote stap naar achteren te beginnen met de rechter voet (defensief). Ze knielen (links-rechts) en maken een buiging (za rei – 座 礼). Daarna staan ze op draaien 90 graden en maken een staande buiging (ritsu rei – 立 礼) naar de shomen. Daarna stappen ze achterwaarts van de mat en groeten de mat.