Nage-no-kata is het eerste kata wat is ontwikkeld door Jigoro Kano in de Kodokan. Samen met Katame-no-kata wordt Nage-no-kata gezien als een randori kata. Het kata bestaat uit 5 series met elk een andere werpvorm. Er is Te-waza (armtechnieken), Koshi-waza (heuptechnieken), Ashi-waza (beentechnieken), Ma-sutemi-waza (offer technieken over de rug) en Yoko-sutemi-waza (offer technieken over de zij). Deze werpvormen bestaan elk uit 3 technieken. Waarbij de etiquette van belang is.
Alle worpen worden links en rechts gedemonstreerd, waarbij er onderscheid is in de aanval vanuit uke. Uke kan vastpakken of aan willen vallen doormiddel van een slag.
Te-waza – armtechnieken
- Uki-otoshi
- Seoi-nage
- Kata-guruma
Koshi-waza – heuptechnieken
- Uki-goshi
- Harai-goshi
- Tsurikomi-goshi
Ashi-waza – Beentechnieken
- Okuri-ashi-harai
- Sasae-tsurikomi-ashi
- Uchi-mata
Ma-sutemi-waza – Offer worpen over de rug
- Yoko-gake
- Ura-nage
- Sumi-gaeshi
Yoko-sutemi-waza – offer worpen over de zij
- Yoko-gake
- Yoko-guruma
- Uki-waza
Na het einde van de vijfde serie gaan tori en uke terug naar hun basispositie en maken hun judo-gi in orde. Bij het omkeren houden ze hun gezicht richting de shomen. Ze staan in natuurlijke houding (Shizenhontai). Beide judoka’s maken een grote stap naar achteren te beginnen met de rechter voet (defensief). Ze knielen (links-rechts) en maken een buiging (za rei – 座 礼). Daarna staan ze op draaien 90 graden en maken een staande buiging (ritsu rei – 立 礼) naar de shomen. Daarna stappen ze achterwaarts van de mat en groeten de mat.