Handvatten voor de beginnende judoka (deel 2)
Blog van Sebastiaan Fransen 5e dan judo
https://www.spfransen.nl/handvatten-voor-de-beginnende-judoka-deel-2/
Vorige week in Handvatten voor de beginnende judoka (deel 1) heb ik de eerste vier handvatten gegeven voor de beginnende judoka. Uiteraard kan ook de gevorderde judoka hier zijn voordeel mee doen, zoals terecht werd opgemerkt in de reacties.
In deel twee deze week nog eens vier handvatten die belangrijk zijn voor de serieuze judoka. Uiteraard zijn er veel meer te bedenken, dus laat vooral ook jouw handvatten achter in de reacties (of begin een eigen blog). Judoka helpen elkaar graag.
5. De basis is het allerbelangrijkste
Je kunt niet leren lopen, voordat je kunt staan. Soms wil een judoka wel leren werpen, voordat hij kan valbreken. Dit remt het leerproces. Echter, met worpen en technieken werkt het precies hetzelfde.
Je kunt beter eerst jouw aandacht richten op het leren werpen met een goede uki-goshi en o-goshi, voordat je serieus gaat werken aan een uchi-mata. Dit omdat het eenvoudiger werpen is op twee standbenen, dan op een standbeen. Doe het langzaam en richt je aandacht op de principes van het judo en niet het resultaat (zie handvat 2 vorige week). Salto’s vanuit schouder- en beenworpen zoals Zantaraia zijn gaaf, maar niet belangrijk voor de beginner.
Op de grond is het precies hetzelfde. Leer eerst de belangrijkste posities verdedigen en ontsnappen naar een betere controle van de andere judoka. Dit is in het begin veel belangrijker dan allemaal ingewikkelde armklemmen en verwurgingen.
Regelmatig zie ik judoka een armklem of verwurging maken, terwijl ze geen controle hebben. Vervolgens maakt de andere judoka daar handig gebruik van en moeten ze zelf aftikken.
Leer eerst de basis en herhaal deze eindeloos met veel variatie. Ook een zwarte band judo, keert continu terug naar de basis. Als je een stevig fundament hebt en onderhoudt, kun je verder bouwen en werken aan gevorderde technieken.
6. Train met gevorderde judoka
Vroeger kende ik dōjō (trainingszalen) waarbij een ‘lagere’ judoka geen ‘hogere’ judoka mocht uitnodigen. Tegenwoordig is dit (bijna) nergens meer, dus adviseer ik het uitnodigen van een gevorderde judoka.
Toen ik begon met judo was ik negen jaar en klein voor mijn leeftijd. Ik zat bij allemaal hogergegradueerde judoka die groter en sterker waren. Bijna allemaal zaten ze al veel langer op judo. Dit was geweldig!
Enerzijds kon ik alleen werpen met goede techniek, want mijn kracht maakte niet veel indruk bij deze grote gasten. Anderzijds kon ik enorm veel leren van de andere judoka, want zij wisten veel meer dan ik. Je kunt van iedereen leren, maar het helpt als de andere judoka meer kennis en ervaring heeft.
Misschien lijkt het soms aantrekkelijker trainen met een andere beginnende judoka. Sommige denken dat zij dan niet afgaan en ze kunnen ook eens ‘winnen’. Echter, het heeft twee nadelen.
Beginners blesseren elkaar sneller. Een gevorderde judoka kan letten op de veiligheid. Hij kan jou goed werpen en zichzelf redden met correcte ukemi-waza (zie handvat 3 vorige week). Een beginnende judoka moet dit allebei nog leren.
De meester heeft vele malen vaker gefaald, dan de leerling heeft geprobeerd.
Stephen McCranie
Daarnaast kan een beginner minder goed corrigeren. Een gevorderde judoka kan als een goede uke jou erop wijzen als je de judoprincipes niet goed toepast. Uiteraard is dit veel lastiger voor een beginnende judoka, die zelf ook nog zoekende is.
Over het afgaan voor een andere judoka hoef je overigens niet bang te zijn. Als jij bij een goede judoschool traint met goede judoka, dan willen zij graag helpen. Zij waren ooit ook beginner en weten hoe uitdagend dit kan zijn.
Train vooral met gevorderde judoka. Zij kunnen beter de veiligheid waarborgen en helpen met het leren toepassen van de judoprincipes. Dit bevordert het aanleren van goede gewoontes.
7. Laat jouw ego eerst aftikken
Misschien is de grootste bedreiging voor voortgang het ego. Het ego kan voorkomen dat we openstaan voor leren. Ik schreef hier al eens eerder over in Too much ego will kill your talent.
Het probleem van het ego kan zijn dat we moeten winnen. Dit resulteert dat we gaan focussen op het resultaat (zie handvat 2 vorige week) en dat werkt averechts.
Als ik bijvoorbeeld in een randori de andere judoka met veel kracht tegenwerk, voel ik weinig van de souplesse van zijn kuzushi (balansverstoring). Daarnaast kan ik minder goed de situatie overzien, omdat mijn hoofd en lichaam bezig is met winnen. Ik mis deze momenten om van te leren, doordat mijn ego druk is.
Het is wel een mooie kans om te leren omgaan met het ego, een van de grote voordelen van krijgskunsten.
Het kan ook de andere kant op werken. Als het ego bang is voor falen, kan dit leiden tot terughoudendheid in de training. Je durft niet alles te geven, bang voor afkeuring of dat je het nooit gaat leren. Dit komt vaak omdat je jezelf met anderen vergelijkt, terwijl je moet kijken naar jouw eigen voortgang. Je moet niet de beste zijn, je wilt beter zijn dan je gisteren was.
Vergelijk jezelf niet met anderen, maar kijk naar jouw eigen voortgang. Ontwikkel je jezelf lichamelijk en geestelijk? Raak niet gefrustreerd, maar accepteer. Het leren omgaan met jouw ego is een mooi streven binnen het judo.
Een mooie website met meer tips over dit onderwerp is SportMindset.nl. Hier staan tips voor de juiste mindset voor het goed ontwikkelen van jezelf.
Dus laat je ego aftikken voordat je de dojo binnenstapt! Dan kun je veel meer geniet van judo en ontwikkel je jouw lichaam en geest sneller.
8. Leer de principes van judo
Judo is meer dan een sport. De uitvinder van judo, Jigorō Kanō, zag judo als ontwikkeling van lichaam en geest. Kanō legde een sterke nadruk op de morele componenten van judo. Dit was voor hem veel belangrijker dan het leren van de waza.
Daarom kan de beginner ook veel leren door het lezen van artikelen van Kanō. Je leert hierdoor veel over de rijkheid van judo.
Het begint met het leren van de reishiki (etiquette) in de dojo. Zoals de verschillende buigingen uit eerbied voor elkaar, het dragen van een schone, witte judogi en de omgang met andere judoka. Dit kun je afkijken en vragen binnen jouw judoschool, maar ook de blog van Mitesco en het boek In The Dojo van Dave Lowry zijn mooie bronnen.
Judo biedt alleen zijn meerwaarde door het naleven van de deugden die erbij horen. Je komt niet alleen om even een ‘tegenstander neer te knallen’, maar we willen samen ontwikkelen. Hierbij horen deugden zoals beleefdheid, moed, vriendschap, zelfbeheersing, oprechtheid, bescheidenheid, eer en respect. Zonder deze deugden is judo inderdaad alleen een sport.
Daarnaast is kennis van de judoprincipes noodzakelijk. Het begint met het toepassen van seiryoku zen’yō (maximaal resultaat met minimale inspanning) en jita kyōei (wederzijdse voorspoed voor zichzelf en anderen) tijdens de judotraining.
Vervolgens is deze principes toepassen in het dagelijks leven de kunst. Het uiteindelijk doel is jiko no kansei, de perfectie van de eigen persoon. Mind over Muscle van Jigorō Kanō zelf is een fantastische bron als startpunt. Ik heb ook een artikel over Bewuster leven met judoprincipes geschreven.
Wil je echt judo beoefenen? Verdiep je volledig in judo en leer de principes, deugden en etiquette. Pas dit allemaal toe in judo en het dagelijks leven. Je wordt uiteindelijk een beter persoon en kunt bijdragen aan voorspoed voor jezelf en anderen. Het ultieme doel van judo.
Tot slot
Deze handvatten zijn erop gericht dat je duurzaam judo leert. Niet voor een blauwe maandag een paar trainingen judo, maar ik wil je inspireren tot een leven lang judo.
Het bestuderen van judo houdt nooit op. Het continue ontwikkelen van lichaam en geest op basis van seiryoku zen’yō, jita kyōei en jiko no kansei. Zelfs als je lichamelijk niet meer kunt trainen, kun je geestelijk nog altijd judoën.
Dus ga lekker aan de slag en geniet van deze prachtige weg. Richt je vooral op de weg en geniet van het uitzicht. Dan kom je vanzelf op natuurlijke wijze bij het resultaat. Vergelijk jezelf niet met anderen, maar wordt elke dag beter dan je gisteren was.
Als er inspanning is, is er vervulling.
Jigorō Kanō
Hopelijk helpen deze handvatten tot het worden van een goede judoka met veel plezier en liefde voor het judo een leven lang. Als je nog vragen hebt, laat het weten in de reacties of via het contactformulier. Heb je zelf nog goede handvatten, voeg ze dan zeker toe in de reacties. Tot op de tatami!