Bewegen in het katame-no-kata
Blog van Sebastiaan Fransen 5e dan judo
Dit is de eerste blog naar aanleiding van de vraag van een lezer. De vraag is waarom we bewegen zoals we bewegen in het katame-no-kata. Het is natuurlijk een aparte manier van bewegen op de knieën. Een manier die je wellicht niet direct terugziet in randori en menig judoka laat klagen over pijnlijke knieën.
De materialen van de Kodokan
De meest logische plek voor uitleg zijn de dvd en het tekstboek van de Kodokan. Deze organisatie is de bakermat van het judo en onderhoudt de standaarden voor de kata. In het tekstboek van katame-no-kata staan de verschillende bewegingen inderdaad beschreven.
“Both simultaneously take one step backward with their left feet, kneel down on their left knees on the previous spots of their left heels while keeping their left toes raise. Both move to slide their right feet to their right sides (the lower leg at about 90° with the thigh) and put their right palms on their right knees while resting their left hands naturally down. This posture is called Kyoshi or Kurai-dori. Then, Uke moves his right foot to the inner side, takes one step forward with his right foot following on his left knee (Shikko) and move to slides his right foot to his right side again to take the posture of Kyoshi.”
Dit is een prachtige beschrijving van de buitenkant (omote). Het geeft keurig de technische details van kyoshi of kurai-dori weer. Helaas wordt niet ingegaan op ura, dat wat niet direct zichtbaar is en verborgen ligt. Helaas is dit vaak zo in diverse leermiddelen over kata.
Zelden wordt ingegaan op het waarom. Ergens is dat ook wel logisch. De techniek beschrijven kan iedere judoka, maar voor de achtergrond en betekenis van kata is veel onderzoek en studie nodig. Op dit moment zijn er veel geromantiseerde verhalen over de Japanse krijgskunsten en is toegang tot de originele bronnen erg moeilijk. Dit maakt onderzoek voor een ‘buitenstaander’ erg lastig, zeker door de taal- en cultuurbarrière.
Maar ook voor ‘insiders’ is onderzoek lastig, zij hebben ook nooit gestreden in een harnas op een echt slagveld. Zij moeten dus ook de oude taal en cultuur doorgronden op basis van beschrijvingen uit die tijd. Daarom is een goed begrip van bijvoorbeeld koshiki-no-kata erg lastig met een judogi.
Wat betekenen kyoshi en kurai-dori?
In de bovenstaande tekst van de Kodokan over katame-no-kata vallen een aantal Japanse termen op. Soms kan vertalen van deze Japanse termen inzichten verschaffen. Volgens de Kodokan zijn kyoshi en kurai-dori een beschrijving van dezelfde houding.
Kyoshi (踞姿) kan worden vertaald als “geknielde houding”. Kurai-dori (位取) betekend “positie nemen”. Helaas bieden deze vertalingen weinig inzicht in de achtergrond van de termen. Overigens wordt in het boek Judo Formal Techniques (p. 120) kurai-dori anders uitgelegd als “het verplaatsen in kyoshi met behulp van tsugi-ashi”.
De auteurs lichten dit toe achter in het boek. “Deze verplaatsende beweging is afgeleid van de bewegingen van zwaardvechters uit oude en middeleeuwse tijden. Zij haalden hun krachtige slagen uit deze positie door het timen van de actie van hun zwaard met hun lichaamsbewegingen. Experts in het zwaardvechten kunnen vanuit seiza in kyoshi (gesloten vorm) komen, simultaan het zwaard trekken en tegelijk afweren of een snijdende aanval maken. De uitvinder [Jigoro Kano] gebruikte deze houding en verplaatsing voor het versterken van de benen en heupen en het creëren van meer flexibiliteit in het onderlichaam.”
Dit geeft dus een mogelijke verklaring van de oorsprong en het waarom. Helaas is de bron niet duidelijk, dus we weten niet met zekerheid of Kano inderdaad de houding en verplaatsing gebruikte in het katame-no-kata voor het versterken van de benen en heupen en het creëren van meer flexibiliteit in het onderlichaam.
Wat is shikkō?
Shikkō (膝行) betekend “knielopen” of “kniegang”. Het lopen op de knieën komt in andere krijgskunsten terug, bijvoorbeeld in het aikido. Of kijk in het boek Bokken (houten oefenzwaard) van Dave Lowry.
Deze vorm van bewegen is beleefder dan opstaan en rechtop lopen. Dit werd bijvoorbeeld gebruikt als het voetvolk zich verplaatste in de aanwezigheid van de adelstand of in de buurt van een altaar.
Er zijn nog andere verklaringen, maar dat lijken vooral geromantiseerde verhalen te zijn. Een van deze verhalen is dat staan niet kon in Japanse gebouwen, omdat deze laag werden gebouwd in verband met schaarse en dure bouwmaterialen. Een andere mooie uitleg is dat als iedereen laag was een aanval van de samurai (krijger) eerder op zou vallen.
Een betere verklaring van kyoshi
In het boek Judo Formal Techniques van Tadao Otaki en Donn F. Draeger wordt veel meer beschreven over de achtergrond van het kata. Op pagina 116-117 wordt kyoshi uitgelegd en geschreven dat “er een grote stabiliteit in deze lichaamshouding is”. Daarnaast staat er dat “tori zichzelf moet beperken tot lichaamshoudingen en –verplaatsingen die een volledige expressie zijn van de hoogste staat van kalmte en stille alertheid.”
Op pagina 118 worden de auteurs nog specifieker. “De kwaliteiten van kalmte en stille alertheid worden versterkt door kyoshi. Ondanks dat deze lichaamshouding deftig is, is het strikt alleen een gevechtshouding.” Er wordt verwezen naar een voetnoot waar nogmaals wordt benadrukt dat “kyoshi en zijn varianten zichtbaar zijn in vele oude Japanse krijgskunsten, waaronder kunsten met het zwaard, speer, pijl en boog, hellebaard en de korte stok en lange stok en uiterst zinvolle houding is”.
Kyoshi in kime-no-kata
Als we kijken naar het kime-no-kata kunnen we ook de positie kyoshi terug zien. Kijk maar naar de onderstaande foto. De houding kun je bijvoorbeeld terugzien in ude-hishigi-waki-gatame en ude-hishigi-hara-gatame. Als je bedenkt dat kime-no-kata is samengesteld op basis van technieken uit oude jūjutsu scholen, dan lijkt de bewering van Otaki en Draeger te kloppen. Kyoshi, kurai–dori en shikkō zijn overgenomen uit klassieke scholen.
Denk hierbij ook bijvoorbeeld aan het koshiki-no-kata, waarbij tori meerdere malen in kyoshi gaat zitten om de rug van uke aan te vallen. Er is zelfs een foto van Kano, uitvinder van het judo, in deze positie. Het koshiki-no-kata bestaat grotendeels uit technieken van Kitō-ryū.
Kyoshi in Tenjin Shin’yō-ryū en Kitō-ryū
Verschillende boeken van de Tenjin Shin’yō-ryū en Kitō-ryū laten ook afbeeldingen zien van kyoshi en verschillende varianten. Tenjin Shin’yō-ryū en Kitō-ryū zijn beide oude jūjutsu scholen, waar Jigoro Kano trainde voordat hij Kodokan judo oprichte en het katame-no-kata vaststelde.
In een van de boeken van een vechtkunst gebaseerd op Tenjin Shin’yō-ryū uit ongeveer 1898 staat bijvoorbeeld de volgende tekst: “Om via deze houding zo veel mogelijk vastberadenheid, concentratie, alertheid, kiai en mannelijkheid te tonen, dient u volgens de interpretatie van deze illustratie nog de volgende details toe te voegen: richt de knie en de punten van de tenen naar buiten, open naar Yoko Ichimonji, laat de knieschijven en de tenen in elkaars verlengde liggen en zet kracht in de onderbuik.”
Dit bevestigt dat de houding komt uit oude vechtkunsten en dat het belangrijk is voor kalmte en stille alertheid. Toch is het ook een krachtige houding, waarbij het onderlichaam wordt ontwikkeld (kracht in de onderbuik).
Conclusie
Een hele duidelijke conclusie trekken blijft lastig. Maar het lijkt evident dat de kyoshi houding en verplaatsingen in tsugi-ashi zijn overgenomen van andere jūjutsu scholen waar Jigoro Kano heeft getraind. De reden voor het niet opstaan, ligt zeer vermoedelijk in etiquette. De keuze voor deze houding is de grote stabiliteit en mobiliteit, in seiza is dit bijvoorbeeld veel beperkter.
Wellicht heeft Kano ook de intentie gehad het onderlichaam van de tori en uke te trainen, waarvoor deze positie zinvol is. Kano bedacht judo als een opvoedkundige vorm voor lichaam en geest, dus dit is zeker aannemelijk. Ik kan echter geen bron vinden die dit bevestigt.
Het belangrijke van deze houding en bewegingen is dat de judoka ze gebruikt met kalmte en stille alertheid. Volledig klaar voor de aanval. Kyoshi draagt bij aan zanshin. Dat is belangrijk in elk kata. Dus volgende keer bij het bestuderen van katame-no-kata, ga ik ervoor “om via deze houding zo veel mogelijk vastberadenheid, concentratie, alertheid, kiai en mannelijkheid te tonen.”
Zoals altijd ben ik benieuwd naar jullie meningen en ervaringen. Heb je bronnen die bovenstaande bevestigen of juist tegenspreken, deel deze dan met de judowereld. Daarnaast wil ik wederom Loek van Kooten bedanken voor het zoeken naar bronnen en vertalen van Japanse teksten.